Beelden verBeelden
BEELDEN verBEELDEN was een totaalproject, georganiseerd door Parrèsia vzw en toegankelijk voor zowel ziende als niet-ziende mensen. Het stedelijk museum Stem in Sint-Niklaas, Kunst in de Stad vzw, Zicht op Cultuur (de sociaal-culturele beweging binnen Blindenzorg Licht&Liefde vzw) en diverse Wase kunstenaars verleenden hun enthousiaste medewerking.
Onze samenleving gaat vooral op een visuele manier om met kunst. Al te vaak wordt voorbijgegaan aan de multisensoriële beleving ervan en aan de multisensoriële mogelijkheden die in ieder van ons schuilen om van kunst te genieten. Op dat vlak kunnen we heel wat leren van mensen met visuele beperkingen en mogen we dit in onze hedendaagse samenleving niet negeren.
Vanuit deze visie opteerde het project BEELDEN verBEELDEN voor een globale benadering met een gecombineerde aanpak van twee- en driedimensionale objecten en met de hulp van niet- of slechtziende ervaringsdeskundigen.
Het project wilde open staan voor iedereen en dat betekende dat we zowel de ziende als de niet- of slechtziende mensen als doelgroep hadden. Het ‘zien’ van 2 dimensionale werken (tekeningen, foto’s, schilderijen,…) door niet-ziende mensen is echter niet evident en dit aspect bracht ons de multidisciplinaire aanpak:
- niet enkel foto’s van beeldhouwwerken tentoonstellen, maar ook de tastbare beeldhouwwerken zelf
- hoe zouden we foto’s kunnen laten ‘zien’ aan niet-ziende mensen met een tactiele en verbale beleving
- alle bezoekers enkele beeldhouwwerken in een Donkere Kamer laten beleven zodat ook de ziende bezoeker de tactiele en verbale beleving kan ervaren.
Mijn artistieke bijdrage aan het project bestond uit een reeks foto’s: Pars Pro Toto.
Pars Pro Toto
Hoe fragmenten van beelden het geheel verbeelden
Er lijkt een onoverbrugbare afstand te zijn tussen de beeldende kunst en de fotografie. Het past ook niet binnen bepaalde conventies om een fragmentopname te maken van een beeld. De fragmenten van beelden in deze reeks willen echter geen weergave zijn van het gefotografeerde beeld. Ze nodigen eerder uit tot een intieme ontdekkingstocht van het beeld. De Pars pro Toto-reeks suggereert om de oude manier van kijken naar een beeld in te ruilen voor een nieuw soort aanschouwen.
Zien is iets anders dan kijken. Wie ogen heeft die goed functioneren, kan kijken. Maar kan je ook leren zien? In het zien kan de wereld plotseling een andere, nieuwe betekenis krijgen. Zien is getroffen worden door iets. Wààr word je precies door getroffen? Niet door het zichtbare, maar door iets wat de aandacht trekt, een bepaald detail. Het was er steeds al, maar nu pas wordt het opgemerkt. Het dringt zich aan je op. De fotografe wil dàt detail in het beeld waardoor ze getroffen wordt, vastleggen.
Een beeld is driedimensioneel. Maar eigenlijk is dit een heel abstract begrip. Van welke kant je ook kijkt, je krijgt elke keer een andere “voor-kant”. Hier gaat de camerablik in dialoog met de handen van de beeldhouwer. De fotografe be-ZIET het beeld van alle kanten. De lens zoekt naar die kant van het beeld die tot de verbeelding spreekt. Ze gaat er heel dicht bij staan, voelt de lijnen en de textuur van het materiaal. De lens zoekt eronder, erboven, eromheen. De sculptuur ver-LEVEN-digt. Het is geen platte gestileerde structuur, maar een verwording tot een zijnd wezen. De fotografe en het beeld worden communicerende lichamen.
Het beeld is noch hier, noch daar in een ruimte gesitueerd. Het beeld “is”. Die eenheid komt tot uiting in het deel van het geheel, in het pars pro toto dat het verbeelde beeld is.
Beelden in een park of een tuin hebben een heel andere zeggingskracht dan de statigheid of het heldhaftige van een beeld op een openbaar plein. In hun bedachtzame afzondering lijken ze moeiteloos het gewicht van de eenzaamheid te dragen. Als we hun essentie trachten te doorgronden, dwalen we weg in een uitgestrekt labyrint. Steeds nieuwe elementen ontdekken in een schijnbaar ondoorgrondelijk beeld, verschaft een onuitsprekelijk zinnelijk genot. Het voortdurende spel van verhullen en onthullen brengt iets in ons teweeg. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de toeschouwer ergens op de thorax, ter hoogte van de luchtpijp, een tactiele sensatie gewaarwordt, een lichte druk. Het ademen stokt. Met de eerste nieuwe adem bekruipt hem een vluchtige zweem van herkenning. Deze tactiele sensatie roept associaties op. Steeds verder ontvouwen zich opgesloten perspectieven. Dit kan een vage herinnering oproepen aan een moment van melancholie of inkeer. De verbeelding is uiteraard vrij. Zoals ook het genieten van esthetische schoonheid persoonlijk is. Maar ergens in het lichaam raakt het verbeelde beeld de kijker. Zoals het beeld de fotografe heeft geraakt.
De fotografe gaat in dialoog met het beeld. Niet door de objectieve werkelijkheid van de beelden na te bootsen, maar door ze uit te drukken zoals ze ze ziet. Hiervoor was het nodig om het geheel te deformeren naar delen of fragmenten. De coherentie van de foto met zichzelf is belangrijker dan de gelijkenis met het beeld. Het bewaren van de negatiefranden benadrukt deze imperfecte weergave van de werkelijkheid. Dit nodigt de kijker uit om de beelden op een andere manier te zien.
(tekst Pars Pro Toto: Marjan Blokland)