Taal is wat een mens tot mens maakt. In de gesproken taal kan ik niet altijd goed uitdrukken wat mij bezighoudt. Andreï Tarkovski (in De verzegelde tijd) helpt mij begrijpen dat kunst er niet enkel is om als waar geconsumeerd te worden, maar als doel heeft de zin van het leven te verklaren, duidelijk te maken wat de reden en het doel is van het bestaan op deze planeet en als het niet verklaart je ten minste toch te confronteren met deze vragen. Dat kunst een taal kan zijn, die mensen in staat stelt over zichzelf te spreken. Mijn foto’s kunnen dus de woorden van mijn taal zijn, met mijn foto’s kan ik proberen mijn eigen taal te vinden.
Wat fotografie voor mij betekent heb ik onderzocht bij mijn afstuderen als fotograaf aan de Academie voor Schone Kunsten. Ik heb het beschreven in een paper met dezelfde titel Foto’s zijn de woorden van mijn taal.
Een foto of een fotoreeks moet meer tonen dan je op het eerste gezicht ziet, het moet kunnen raken. Het moet iets tonen wat anders verborgen blijft. Met mijn foto’s wil ik een gevoel, een moment, een sfeer, een herinnering, … in beeld brengen. Het is een manier van uitdrukken. Ik hou ook erg van de stilte die in een foto kan zitten: de stilte van de vorm, die vorm die niet noodzakelijk iets betekent, maar toont.